« Ik dacht dat ik een pijnlijke dood ging sterven, helemaal alleen. Iedereen, zelfs mijn moeder, keerde zich van me af. De schooldirecteur liet me weten dat ik niet meer welkom was op school, omdat ik iedereen zou besmetten. Dat is het moment waarop ik ben ingestort en alle hoop verloor. Ik ging nochtans heel graag naar school en had heel veel dromen.’
Mijn grootmoeder was de enige die me nog wou zien en omhelzen. Niemand anders wou me aanraken. Zij hield onvoorwaardelijk van me en ze heeft me bij haar thuis opgevangen.
In mijn dorp, dat op twee uur van Windhoek ligt, de hoofdstad van Namibië, waren antiretrovirale behandelingen die het virus afremmen, moeilijk te vinden en erg duur. Er was geen hulp noch begrip voor tieners zoals ik.
Hoop in donkere dagen
“Gelukkig was UNICEF er. Met hun steun nam ik deel aan een programma waardoor ik een levensreddende antiretrovirale behandeling kreeg. Dit voorkwam ook dat mijn zoon besmet raakte met HIV. Het gaf me de moed om verder te gaan. Op dat moment besloot ik dat ik vanaf dan iedere uitdaging zou aangaan die op mijn weg kwam.”
Livey's doorzettingsvermogen loonde: de antiretrovirale behandeling sloeg aan en ze beviel van een gezond jongetje, Remi. Ze voedde hem op samen met haar grootmoeder, de enige in haar familie die haar bleef steunen.
"Remi gaf mij kracht en moed," vertelt Livey trots. "Dankzij hem ben ik blijven dromen, geloven en hopen. Ik wou mijn verdere leven niet laten bepalen door andere mensen, en mij verder ontplooien en kennis vergaren. Ik besloot journalist en advocaat worden”
Van outcast tot leider
UNICEF bleef deel uitmaken van Livey's leven en ondersteunde haar toen ze een van de eerste Namibiërs werd die in het openbaar over haar HIV-status sprak om stigmatisering en discriminatie te bestrijden. Samen met UNICEF nam Livey verschillende radioprogramma's op om jongeren te informeren en vertelde ze haar verhaal in een boek, ‘A Diary from the Land of the Brave’.
Via UNICEF werd ze uitgenodigd om te spreken in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en ontmoette ze secretaris-generaal Kofi Annan.
Beetje bij beetje ontdekte Livey dat ze de kracht had om te inspireren en verandering teweeg te brengen. Niet alleen kreeg ze weer hoop - ze begon anderen zoals zijzelf hoop te geven.
Op een dag bood de gemeenschap die Livey ooit had uitgestoten haar een verrassende kans.
"Dezelfde gemeenschap die me letterlijk dood wou, vroeg me hen te vertegenwoordigen en hun burgemeester te zijn. Op 26-jarige leeftijd werd ik de jongste burgemeester ooit in Namibië, minder dan een decennium nadat ik de HIV-diagnose had gekregen.”
“Ik startte voorlichtingscampagnes op over HIV en AIDS, en moedigde anderen die HIV-positief waren of AIDS hadden om voor hun leven te vechten. Ik gebruik mijn stem om verhalen te vertellen die anders misschien niet zouden verteld worden.”
"Was UNICEF niet in mijn leven gekomen , zou ik niet staan waar ik nu ben," zegt Livey. "UNICEF was er voor mij, door dik en dun. Ze gaven me de omgeving die ik nodig had om te zijn wie ik was als tiener."
Livey gelooft dat het vandaag nog steeds cruciaal is om jonge meisjes en jongens dezelfde ondersteuning te geven waar zij als tiener op kon rekenen. "Ik hoop op een HIV-vrije generatie. Niets is onmogelijk. We kunnen dit waarmaken."
Er is al heel wat vooruitgang geboekt om het risico op besmetting van moeder op kind te stoppen. Sinds de start van onze programma’s hebben we samen met onze partners 2,2 miljoen HIV-infecties voorkomen bij kinderen zoals Remi.
Samen met onze donateurs kunnen we verder bouwen aan een wereld waarin zwangere vrouwen met HIV dezelfde behandeling krijgen als Livey zodat hun kinderen gezond opgroeien, maar ook de nodige ondersteuning zodat ze zich ten volle kunnen ontplooien en hun kinderen het beste van zichzelf kunnen geven.