Noor is 22 jaar oud maar heeft al veel verdriet gekend in haar jonge leven. Door complicaties tijdens de zwangerschap verloor ze haar eerste kind. Haar tweede kind is gestorven tijdens de verwoestende overstromingen die haar huis in de provincie Sindh in Pakistan hebben weggevaagd. 

Enkele dagen nadat ze thuis was bevallen, werd ze samen met andere mensen uit haar buurt geëvacueerd in een geïmproviseerde boot. De stress eiste zowel een fysieke als mentale tol. “Ik at dagenlang nauwelijks en kon geen borstvoeding geven,” vertelt Noor. 

Een paar dagen later stopte haar pasgeboren baby met ademen. “Toen we hem hebben begraven, was het nog niet gestopt met regenen.” 

Een jaar na haar evacuatie leeft Noor nog steeds onder een zeil, onzeker over wat de toekomst zal brengen. 

Door de ramp lieten 1700 mensen het leven. 33 miljoen mensen werden getroffen door de overstromingen. Op enkele uren of zelfs minuten moesten ze het weinige bijeenpakken dat ze konden dragen en vluchten voor hun huizen, gewassen en scholen werden weggespoeld.

Veel mensen die in de getroffen gebieden wonen hebben nog steeds geen toegang tot drinkbaar water en kunnen niet anders dan mogelijk besmet water gebruiken voor het huishouden en om te drinken.

Voor Benazir en families zoals die van haar zijn deze problemen helaas niet nieuw. 

“Al voor de overstromingen hadden we geen toegang tot drinkbaar water en hadden onze kinderen honger,” vertelt Benazir terwijl ze uitkijkt over het stilstaand overstromingswater dat hun dorp omgeeft. “Maar nu is alles nog moeilijker”.  

Benazir is ook een kind verloren in de chaos van de overstromingen. Haar achtjarige dochter, Uzma, is gestopt met school om op het veld te werken en de familie te helpen de eindjes aan elkaar te knopen. “Als het kan, werkt mijn man op een banenplantage waar hij rond de 200 à 300 PKR (ongeveer 1 euro) verdient,” vertelt Benazir. 

“Daarmee moeten we onze 6 kinderen te eten geven. We kunnen ons alleen wat brood veroorloven en een beetje chili voor 1 maaltijd per dag.”

Veel gezinnen staan voor dezelfde uitdagingen als Benazir en haar man. Het aantal kinderen dat aan ondervoeding lijdt is enorm. Meer dan 1,5 miljoen jongens en meisjes zijn ernstig ondervoed in de door overstromingen getroffen gebieden, een aantal dat alleen maar verder zal toenemen bij gebrek aan veilig water en goede sanitaire voorzieningen. Ze lopen het risico op ontwikkelingsachterstand en op ziektes doordat hun immuunsysteem is verzwakt. 
 

De acht maanden oude Sahil is een van hen. Hij wordt verzorgd door zijn oma, Son Pari, terwijl zijn moeder in het ziekenhuis ligt.

"Ze lijdt aan bloedarmoede", vertelt Son Pari over haar dochter. "Ze kan geen borstvoeding geven en had complicaties na de bevalling. Ik hoop dat ze snel terug naar huis kan komen. Haar baby heeft haar nodig."

Tot die tijd wordt Sahil behandeld via een voedingsprogramma ondersteund door UNICEF. Hij krijgt een maand lang dagelijks twee zakjes kant-en-klare therapeutische voeding.

Als de behandeling met deze energierijke pasta met micronutriënten op basis van pinda's, suiker, melkpoeder, olie, vitaminen en mineralen goed verloopt, zal Sahil in gewicht toenemen en geleidelijk aansterken.

Kinderen zijn de grootste slachtoffers van de klimaatcrisis. Als de voedselvoorraden slinken door droogte, lopen kinderen het risico op ondervoeding en groeiachterstand. Als waterputten opdrogen, zijn het ook de kinderen die de les missen omdat ze water moeten halen. 

Overstromingen komen niet alleen steeds vaker voor, ze richten ook meer schade aan. Meer mensen raken ontheemd en de toegang tot drinkbaar water wordt steeds onvoorspelbaarder. Onveilig water en slechte sanitaire voorzieningen zijn onderliggende oorzaken van ondervoeding. Ze kunnen immers diarree veroorzaken waardoor kinderen niet de essentiële voedingsstoffen binnenkrijgen die ze nodig hebben. Kinderen die ondervoed zijn, zijn dan weer vatbaarder voor ziekten door hun verzwakte immuunsysteem – waardoor een vicieuze cirkel van ondervoeding en ziektes in stand wordt gehouden. 

"Voor de overstromingen hadden we een watertappunt in de stad. Dat werkt nu niet meer," zegt Saima, 10 jaar. Ze vertelt dat er voor haar familie niets anders opzit dan naar een meer te lopen, 45 minuten van hun huis, om water te halen. “En dan nog” vertelt ze, "het water is vies en we zijn al ziek geworden". 

Een bijkomend obstakel voor een goede hygiëne is het gebrek aan goede toiletten. Vooral kinderen, meisjes en vrouwen hebben het er moeilijk mee om buiten hun behoefte te doen. Ze zijn beschaamd en hebben schrik. Saima wacht meestal tot het donker is om meer privacy te hebben.

“We hebben op dit moment geen badkamer. Omdat ik niet wil dat iemand mij ziet, ga ik ‘s nachts op zoek naar een plek,” vertelt ze. “Maar ik heb ook schrik van schorpioenen en slangen.”

Ondergelopen akkers, geïmproviseerde onderkomens langs de kant van de weg in de buurt van stilstaand en vervuild water, behandelcentra voor ondervoede kinderen. Het zijn de zichtbare gevolgen van de ramp. Maar er zijn nog andere, even schadelijke gevolgen. 

Bijna van de ene op de andere dag verloren miljoenen Pakistaanse kinderen onder de meest traumatische omstandigheden familieleden, hun thuis, hun veiligheid en ze konden plots niet meer naar school.

De onrust en onzekerheid eisen een verwoestende psychologische tol van de kinderen en brengt hun toekomst in gevaar. 

Bushra Anum, 10 jaar, mist het om naar school te gaan, maar de overstromingen van vorig jaar hebben de structuur van het gebouw aangetast en het is niet langer veilig om er les te geven.

"Ik was erg triest toen ik hoorde dat mijn school was overstroomd," vertelt Bushra. "Al maanden zie ik mijn vrienden en leraren niet. Het is een nachtmerrie voor mij. "

Terwijl we rondkijken op haar oude school, neemt ze plaats achter een schoolbank. "Ik kan niet wachten om weer in de klas te zitten," zegt ze. 
 

Bijna van de ene dag op de andere konden miljoenen Pakistaanse kinderen niet meer naar school omdat duizenden scholen beschadigd of verwoest werden. Veel kinderen zaten nog maar net terug op school. Ze hadden net een van de langste schoolsluitingen ter wereld achter de rug door de COVID-19 pandemie.

UNICEF heeft honderden tijdelijke leercentra opgezet in de getroffen gebieden en leverde schoolmateriaal een onderwijzers en kinderen.

De klimaatcrisis veroorzaakt verdriet, boosheid en andere negatieve emoties bij kinderen. De school kan hen hierbij ondersteunen.

Voor kinderen in noodsituaties is onderwijs meer dan een plek om te studeren. Scholen beschermen kinderen tegen de fysieke gevaren om hen heen, zoals misbruik en uitbuiting. Maar ze bieden ook psychosociale ondersteuning en geven kinderen stabiliteit en structuur om hen te helpen om te gaan met de trauma's die ze oplopen na natuurrampen. Bovenal zijn ze een plek waar kinderen hun vrienden kunnen ontmoeten, kunnen spelen en gewoon kind kunnen zijn.

Kinderen helpen om te gaan met de trauma’s die ze hebben opgelopen doordat ze hun thuis en mensen rondom hen zijn verloren vergt tijd en geduld.

Om de kinderen mentale en fysieke gezondheid van de kinderen op te volgen, geeft UNICEF leerkrachten opleidingen om kinderen psychologische ondersteuning te geven en gezondheidsscreenings uit te voeren. We helpen gemeenschappen om de terugkeer naar school voor te bereiden en de kinderen in te schrijven in de scholen die zijn schoongemaakt en hersteld zodat de lessen veilig kunnen worden hervat.

"Bij het begin van het programma waren alle kinderen erg stil," vertelt Shan Zehra, een lerares in een van de door UNICEF ondersteunde kindvriendelijke ruimtes in de provincie Sindh. "Maar toen we spelletjes met hen deden en hen lieten tekenen, begonnen ze te vertellen over hun ervaringen tijdens de overstromingen." 

"Deze kinderen zijn te snel volwassen geworden. We moeten hen hun kindertijd teruggeven," voegt Shan eraan toe. 
 

Zeenat Mallah, een sociaal werkster, loopt langs stilstaand water dat nog achterblijft maanden na de overstroming in het Shaheed Benazirabad District in de provincie Sindh.

"Het doet pijn om kinderen en de moeders van mijn land te zien lijden," zegt emergency specialist Zahida, die het het UNICEF-kantoor in Sindh leidt. “Maar we blijven hier om hen te ondersteunen, hoelang het ook nodig is.”

"De mensen van Pakistan zijn veerkrachtig, maar we moeten hen ondersteunen zodat ze voorbereid zijn op de volgende ramp. We weten dat die komt. De enige vraag is wanneer."
 

Dit verhaal gaat niet alleen over Pakistan. In 2022 werden ook landen als Tsjaad, Gambia, Bangladesh en Afghanistan getroffen door zware overstromingen. Extreme hittegolven verschroeiden dichtbevolkte steden wereldwijd en gletsjers blijven smelten.

Deze gevolgen van klimaatverandering treffen niet iedereen in gelijke mate. Kinderen hebben het meest te lijden, en dan vooral uit kinderen de meest kwetsbare gemeenschappen. En omdat de wereld in een alarmerend tempo blijft opwarmen, loopt bijna ieder kind het risico op steeds vaker voorkomende en steeds grotere gevaren. Als er niet snel wereldwijd actie wordt ondernomen, zal de klimaatramp in Pakistan een voorbode zijn van nog veel meer rampen in de toekomst die de rechten van alle kinderen ondermijnen.