Al voor de uitbraak van de COVID-19 was het voor gezondheidsmedewerkers niet evident om hun werk uit te voeren. De pandemie maakte het allemaal nog complexer. Sommige diensten kwamen volledig tot stilstand. De moeizaam verworven vooruitgang om kindersterfte terug te dringen dreigt daardoor teruggedraaid te worden. 

Zowat 80 miljoen kinderen onder de 1 jaar in 68 landen lopen nu het risico een ziekte op te lopen die door een vaccin kan voorkomen worden. 

UNICEF ondersteunt gezondheidswerkers over de hele wereld om hun levensreddende werk voort te zetten om kinderen te beschermen tegen ziekten zoals polio, mazelen en tetanus. Zo voorkomen we dat de ene gezondheidscrisis overgaat in een andere.

Kathmandu, Nepal

Deepika Shahi is een verpleegster in het noorden van Nepal. Ze is urenlang onderweg om alle kinderen te vaccineren in het afgelegen gebied Nugum Karmarong, waar de dorpen ver van elkaar liggen.  

"Toen de landelijke lockdown werd afgekondigd door het coronavirus, stopten ook de routinevaccinaties. Op dat moment was er een vaccinatiecampagne tegen mazelen en rodehond aan de gang. Ook die kwam tot stilstand. Ouders hadden schrik dat hun kinderen ziek zouden worden. Ook wij waren bezorgd omdat we er zoveel jaren over hebben gedaan om deze vaccinatiegraad te bereiken in Nepal - we willen niet dat hij weer daalt".

"Tegen eind april gaf de regering de gezondheidsinstellingen de opdracht opnieuw te beginnen vaccineren. We konden niet meteen opstarten, want het duurde even voor de vaccins geleverd waren. Omdat de afstanden hier zo groot zijn, hebben we vaccinatiecentra opgezet in de dorpen zelf, zodat het voor de ouders makkelijker is om hun kinderen te brengen.”

UNICEF en de WHO gaven technische ondersteuning aan het ministerie van Gezondheid en ontwikkelden richtlijnen om de campagne opnieuw op te starten met de nodige voorzorgsmaatregelen.

Focal Point Preview Image

“We gaan van deur tot deur om kinderen te vaccineren, maar ook om mensen raad te geven over preventieve coronamaatregelen. Op die manier hebben we al 200 gezinnen bezocht.”

"De belangrijkste uitdaging momenteel is mensen de fysieke afstandsregels te laten respecteren. In het begin van de pandemie, namen velen de maatregelen niet ernstig. Nu zijn mensen zich meer bewust van het belang ervan. Toch moeten we hen er vaak aan herinneren om afstand te bewaren."

Oeganda

Baby Najib krijgt druppels tegen polio in een gezondheidscentrum in Oeganda in april 2020.
Om ervoor te zorgen dat de vaccinatiediensten konden blijven doorgaan, leverde UNICEF 3.842.000 doseringen van het bivalente orale poliovaccin (bOPV). De vaccins werden  gefinancierd door de Oegandese overheid en kwamen op 24 april aan in het land.

Niger

Hawa werkt in het Gamkalé Hawa gezondheidscentrum in Niamey, de hoofdstad van Niger. “Toen de eerste coronagevallen bekend werden in Niamey, durfden veel moeders niet meer naar het gezondheidscentrum te komen”, vertelde ze in mei 2020 aan UNICEF. “We merkten dat veel moeders thuisbleven. Dat baarde ons zorgen omdat we weten hoe belangrijk het is voor zowel moeders als kinderen om van onze diensten gebruik te maken.”

“We mogen ziekten als polio of mazelen niet vergeten. Deze ziekten kunnen mogelijk een grotere impact hebben dan COVID-19”, legt Ramatou uit. Ze is hoofd van de vaccinatieafdeling in het gezondheidscentrum. “We stoppen veel energie in campagnes om mensen bewust te maken van het belang van vaccineren. Langzaamaan komen moeders terug, maar het aantal bezoekers is nog steeds veel lager dan gewoonlijk. We doen ons uiterste best om er toch voor te zorgen dat ieder kind zijn vaccins krijgt.” 

UNICEF leidde honderden medewerkers uit de gezondheidszorg op over hoe je je kan beschermen tegen COVID-19. Zo wordt de veiligheid van het personeel in Niger gewaarborgd.  
 

Goma, DRCongo

Moeders in Goma, DRCongo wachten in april 2020 in de rij om hun kinderen te laten vaccineren tegen mazelen tijdens een inentingscampagne die wordt ondersteund door UNICEF. De coronapandemie zet het zorgsysteem verder onder druk in een land al wordt geteisterd door een ebola- en mazelenepidemie. 
Met de vaccinatiecampagne tegen mazelen, die van start ging in april willen we de 150.491 kinderen tussen de 6 maanden en 5 jaar bereiken die in Noord-Kivu wonen, een van de zwaarst getroffen gebieden.
 

Bihar, India

Toen Munnibala Suman voor het eerst op de fiets sprong in maart, was het niet om een pleziertochtje te maken. Munnibala werkt al 30 jaar als gezondheidsmedewerker in de Indiase staat Bihar. 

Door de landelijke lockdown door het coronavirus was er plots geen transport meer beschikbaar. Gezondheidswerkers moesten daardoor vaak 10 tot 12 kilometer stappen. Maar Munnibala liet de moed niet zakken. 
Vastbesloten om tocht tot bij de kinderen te geraken, leerde ze op 3 dagen met de fiets rijden. Ze fietst nu naar kinderen in afgelegen dorpen om ze te vaccineren. 

Routinevaccinaties werden in heel Bihar stopgezet op 24 maart 2020 en hervat op 6 mei. UNICEF speelde een sleutelrol door gezondheidswerkers als Munibala op te leiden en hen te leren hoe ze kinderen kunnen vaccineren in tijden van COVID-19. 
 

Zarqa, Jordanië

Een jongen wordt ingeënt door een zorgmedewerker tijdens een vaccinatiecampagne van UNICEF en de WHO in een tentenkamp bij Zarqa, Jordanië, in juni 2020.

Aleppo, Syrië

Zuka, net drie maanden oud, wordt in juni 2020 gevaccineerd in een hospitaal dat tijdelijk werd opgezet door UNICEF in Aleppo, in afwachting van de heropening van het ziekenhuis dat momenteel wordt heropgebouwd. 

Samen met de WHO en andere partners organiseerde UNICEF een vijfdaagse inentingscampagne in heel Syrië, ondanks de restricties vanwege COVID-19. Deze campagne kwam er op vraag van het Syrische Ministerie van Gezondheid. Bij 900.000 kinderen werd gecheckt of ze de nodige vaccins hadden gekregen. 210.100 kinderen werden ingeënt en zijn weer op schema met hun vaccinaties. Om ervoor te zorgen dat ieder kind werd bereikt, zelfs in de meest afgelegen gebieden, hielpen 8.000 zorgmedewerkers mee. 

UNICEF zette ook een bewustmakingscampagne op om families te informeren over het belang en de veiligheid van de vaccins, via huis-aan-huisbezoeken, informatieve sessies en educatieve affiches en billboards.
 

Peking, China

Een 6 maanden oude baby krijgt op 26 maart 2020 een vaccin in een gezondheidscentrum in Peking, China. Door de COVID-19-uitbraak kreeg de baby geen DTP-prik toen ze vijf maanden oud was. "We waren bang dat we door een bezoek aan het gezondheidscentrum besmet zouden raken," vertelt haar mama. 

In het hele land worden vaccinatieprogramma’s weer opgestart die waren stilgelegd door de pandemie. 
 

El Alto, Bolivia

Jonatan en zijn mama wachten bij het gezondheidscentrum Los Pinos in El Alto, Bolivia. Het kreeg het "Moeder- en kindvriendelijk ziekenhuis”- kwaliteitslabel van UNICEF. Dit zijn ziekenhuizen waar men aandacht besteedt aan vaccinatie, gezonde voeding, liefdevolle zorgen en borstvoeding.

UNICEF leverde ook hygiëne- en beschermingsmateriaal aan voor gezondheidscentra in La Paz, Cochabamba en Beni om COVID-19 te bestrijden.

Bolivar, Venezuela

Marcello, 1 jaar, wordt gevaccineerd in een gezondheidscentrum in Bolivar, Venezuela waar UNICEF vaccins tegen polio, gele koorts en tetanus leverde. 

Sinds de uitbraak van COVID-19 leverde UNICEF meer dan 14.000 beschermingskits voor eerstelijnsgezondheidswerkers in Venezuela. We vaccineerden meer dan 37.000 kinderen jonger dan 1 jaar tegen mazelen.
 

Nigeria

Op 16 april 2020 kwam een cargo medisch materiaal aan in Nigeria om de strijd tegen COVID-19 te ondersteunen. De lading bevat 10.000 testkits, 15 zuurstofapparaten, beschermingsmateriaal voor zorgverleners, vaccins, noodgezondheidskits en ander essentiëel gezondheidsmateriaal, die het werk van UNICEF voor kinderen en families in Nigeria zullen ondersteunen. 

COVID-19 zet druk op producenten van vaccins wereldwijd. Door de lockdown en andere maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te beperken, kunnen niet alle producten geleverd worden en komen vaccinatiecampagnes in gevaar.

UNICEF is voortdurend in gesprek met regeringen, fabrikanten van vaccins, partnerorganisaties en transporteurs om de risico’s rond de beschikbaarheid van de vaccins in te schatten en om maatregelen te nemen om deze risico's te beperken.