De eerste drie levensjaren (of de eerste 1000 dagen) zijn belangrijk voor de ontwikkeling van het brein. Want wat jonge kinderen ervaren en de relaties die ze hebben met belangrijke personen in hun leven geven letterlijk vorm aan de ontwikkeling van hun hersenen.
Die eerste basislegging is dan ook bepalend voor hun leerproces, gedrag en lichamelijke en geestelijke gezondheid gedurende de rest van hun leven. Het belang van die eerste levensjaren kan je dus nooit overschatten.
Wat is het belangrijkste dat ouders kunnen doen om de ontwikkeling van de hersenen te stimuleren?
Het belangrijkste dat een ouder kan doen om een jong kind te helpen ontwikkelen, en zijn brein in het bijzonder, is zijn kind te leren kennen, om de signalen die het uitstuurt te leren begrijpen en een 'heen-en-weer' interactie aan te gaan.
Wat is een 'heen-en-weer' interactie en hoe ziet die eruit?
Heen-en-weer, zoals bij een spelletje. En dat heen-en-weer verloop verbetert door het veel te doen. De reden waarom het 'heen-en-weer' gaan zo belangrijk is bij de interactie is dat het in beide richtingen verloopt.
Een baby lacht, kirt, brabbelt of beweegt en de ouder of volwassene, die voor het kindje zorgt, reageert daarop.
Een baby maakt een geluid en als antwoord hierop maak je hetzelfde geluid. Een baby wijst iets aan met de vinger en dan kijk je ernaar en toon je hem dat.
Zowel de ouder als de baby kunnen die interactie starten. De manier waarop je reageert is hier cruciaal. Die heen-en-weer interactie loopt niet direct vanzelf. Maar hoe meer je oefent, hoe gemakkelijker het zal gaan.
Hoe is die 'heen-en-weer' interactie verbonden met spelletjes tussen ouders en kinderen?
Bij heel jonge kinderen gebeurt al het belangrijke aanleren via spelletjes.
Spelen is ontdekken. Spelen is proberen te begrijpen hoe er iets anders volgt uit wat je eerst doet. Spelen helpt een gevoelen te ontwikkelen van controle over de wereld.
Dat kan grotendeels door voor een veilige omgeving te zorgen en leermogelijkheden aan te bieden. Een groot gedeelte van het spelen, van de interactie tussen ouders en jonge kinderen, ligt nu net in dat 'heen-en-weer' verloop.
Hoe kunnen ouders die 'heen-en-weer' interactie op een ludieke manier toepassen?
De 'heen-en-weer'-interactie moet gemakkelijk, gemoedelijk en rustgevend zijn. Ouders kunnen een spelletje spelen met hun kind terwijl ze het voeden, aankleden, of wassen.
Het zijn allemaal gelegenheden waarbij volwassenen en kinderen tot ludieke interactie kunnen komen en er iets kan worden aangeleerd. Wanneer je lacht als respons op wat je kindje deed en je het daar niet bij laat, maar ook nog gaat spelen, dan bouw je eigenlijk hersencircuits op.
Welke spelletjes kunnen ouders met hun kinderen spelen om hen te helpen hun hersenen te stimuleren?
In de vroege kinderjaren, bij hele jonge baby's, is alles een kwestie van interactie, zowel visueel als door geluid. Je baby in de ogen kijken, een persoonlijke connectie maken en gevoelig zijn voor de gevoelens van je baby.
Dit zijn dingen die ouders misschien niet zien als een spelletje, maar die het toch zijn: 'kiekeboe' spelen, een doekje over zijn hoofdje leggen, "Waar is de baby? Ah, daar is hij!", enz.
De beste spelletjes zorgen voor een gevoel van emotionele geborgenheid die groei stimuleert. Als je het gelaat met een doekje bedekt en dan 'kiekeboe' speelt, dan leert de baby iets bij.
Waarom lacht een baby telkens je dat doet? Omdat het in de eerste plaats om een persoonlijke interactie gaat. Dat is erg prettig. Zo leert een baby het concept 'verdwijnen' en 'verschijnen' van objecten te beheersen en weet hij dat ze nog altijd bestaan.
Als hij deze spelletjes wil verder spelen, dan is dat omdat het babybrein zegt: "Ik begrijp het concept. Ik leer veel dingen. Ik haal voordeel uit deze leerervaring."
Stel jezelf de vraag: "Wat doet mijn baby graag?" En vraag je dan af waarom je denkt dat je baby dat graag doet. En het antwoord is altijd hetzelfde: omdat het bijdraagt tot de opbouw van zijn hersenen.