Secure payment
Update op 18 november 2025
In de nacht van 3 november heeft een aardbeving met een kracht van 6.3 het noorden van Afghanistan getroffen, met name in de provincies Samangan en Balkh. De laatste berichten melden minstens 20 doden en 945 gewonden. Deze cijfers zullen waarschijnlijk nog verergeren.
UNICEF en zijn partners zijn ter plaatse en coördineren snelle beoordelingen en noodhulp. Gezondheidsteams zijn ingezet om zorg te bieden en essentiële diensten te ondersteunen. UNICEF heeft inmiddels meer dan 160 gezondheids- en voedingsfaciliteiten in Balkh en Samangan geholpen. Deze centra behandelen gewonden, screenen kinderen op ondervoeding en bieden psychologische eerste hulp. Daarnaast zijn meer dan 29.000 dozen therapeutische voeding geleverd. UNICEF zet ook personeel in dat gespecialiseerd is in de gecombineerde aanpak van acute ondervoeding en de voeding van zuigelingen en jonge kinderen in noodsituaties, om zo de dienstverlening verder te versterken. Tegelijk gaan de inspanningen door in het oosten van het land, waar deze zomer al een aardbeving plaatsvond.
Ter herinnering: Op 31 augustus trof een aardbeving met een kracht van 6.3 het oosten van Afghanistan. Ondertussen zijn er al meer dan 1.992 doden (waarvan meer dan de helft vrouwen) en meer dan 3.630 gewonden geteld, en is er aanzienlijke schade in de provincies Nangarhar en Kunar. Meer dan 8.500 huizen werden verwoest of beschadigd, waardoor 7.600 huishoudens in tenten verblijven en worden blootgesteld aan barre weersomstandigheden. In totaal zijn meer dan een half miljoen mensen getroffen door de ramp, waaronder 263.000 kinderen die aan verhoogde risico's worden blootgesteld.
Risico op een ernstige gezondheidscrisis
Een maand na de aardbeving in het oosten van het land (op 16 oktober) lopen meer dan 212.000 kinderen het risico op epidemieën omdat ze geen toegang hebben tot water en hygiëne. Door de vernietiging van 132 waterbronnen en het merendeel van de toiletten, is 80 % van de gemeenschappen genoodzaakt om hun behoefte in de open lucht te doen. Het aantal gevallen van acute diarree, uitdroging en huidinfecties neemt snel toe.
Vrouwen en meisjes lopen ook een groter risico op geweld door het gebrek aan veilige sanitaire voorzieningen. Ondanks een lopende noodhulpactie, met onder meer brandstoftankwagens, hygiënekits en tijdelijke voorzieningen, blijven de behoeften aanzienlijk.
Onze teams zijn ter plaatse
Onze teams zijn aanwezig in de getroffen gebieden en werken nauw samen met lokale partners en VN-organisaties om de noden van de bevolking in kaart te brengen. UNICEF schat dat in totaal bijna 400.000 mensen dringend hulp nodig hebben. Met de winter in aantocht is die nood groter dan ooit.
Dankzij onze aanwezigheid ter plaatse konden we snel in actie komen. Tot nu toe hebben we 5.000 pakketten met warme kleding en essentiële basisbenodigdheden uitgedeeld, waarmee we 15.000 huishoudens helpen de koude maanden door te komen. Meer dan 4.900 mensen kregen psychosociale steun en 8.300 kinderen werden gecontroleerd op ondervoeding. 472 met ernstige acute ondervoeding (SAM, de gevaarlijkste vorm van ondervoeding) werden meteen behandeld.
Daarnaast ondersteunen we meer dan 160 gezondheidscentra bij de zorg voor gewonden, het opsporen van ondervoeding en het bieden van psychosociale hulp. Om de voedselhulp te versterken, hebben we 2.900 dozen met therapeutische voeding verspreid.
Toegang tot water blijft een prioriteit: dagelijks wordt 180.000 liter water vervoerd, en we herstellen beschadigde watervoorzieningen. Ook delen we hygiënekits uit om ziektes te helpen voorkomen. Daarnaast zijn bijna 200 tijdelijke klaslokalen en 32 kindvriendelijke ruimtes geopend, waar meer dan 19.500 kinderen en hun begeleiders terechtkunnen. Nog eens 15 nieuwe ruimtes en winterhulpkits zijn in voorbereiding, zodat gezinnen beter beschermd de winter ingaan.
De humanitaire noden in Afghanistan houden niet alleen verband met gewapende conflicten, maar ook steeds meer met economische onzekerheid, klimaatschokken en zware operationele beperkingen. Hierdoor blijven de vooruitzichten somber.
In 2025 hebben bijna 22,9 miljoen mensen humanitaire hulp nodig, waaronder 12,4 miljoen kinderen. De rechten en vrijheden van vrouwen en meisjes blijven ernstig beperkt en de humanitaire ruimte krimpt door de toenemende obstakels. Daarom herhalen we de urgentie om actie te blijven ondernemen. We moeten onze operaties voort kunnen zetten om in de basisbehoeften van de bevolking te voorzien.
Ook krijgt het land steeds vaker te maken met zware natuurrampen door de verslechterende klimaatcrisis. En dat terwijl het land nauwelijks bijdraagt aan de wereldwijde CO2-uitstoot.