Secure payment
Update op 2 december 2025
In de nacht van 3 november 2025 heeft een aardbeving met een kracht van 6.3 het noorden van Afghanistan getroffen, met name in de provincies Samangan en Balkh. De laatste berichten melden minstens 20 doden en 945 gewonden. Deze cijfers zullen waarschijnlijk nog verergeren.
UNICEF en zijn partners zijn ter plaatse en coördineren snelle beoordelingen en noodhulp. Gezondheidsteams zijn ingezet om zorg te bieden en essentiële diensten te ondersteunen. UNICEF heeft inmiddels meer dan 160 gezondheids- en voedingsfaciliteiten in Balkh en Samangan geholpen. Deze centra behandelen gewonden, screenen kinderen op ondervoeding en bieden psychologische eerste hulp. Daarnaast zijn meer dan 29.000 dozen therapeutische voeding geleverd. UNICEF zet ook personeel in dat gespecialiseerd is in de gecombineerde aanpak van acute ondervoeding en de voeding van zuigelingen en jonge kinderen in noodsituaties, om zo de dienstverlening verder te versterken. Tegelijk gaan de inspanningen door in het oosten van het land, waar deze zomer al een aardbeving plaatsvond.
Ter herinnering: Op 31 augustus 2025 trof een aardbeving met een kracht van 6.3 ook het oosten van Afghanistan. Ondertussen zijn er al meer dan 1.992 doden (waarvan meer dan de helft vrouwen) en meer dan 3.630 gewonden geteld, en is er aanzienlijke schade in de provincies Nangarhar en Kunar. Meer dan 8.500 huizen werden verwoest of beschadigd, waardoor 7.600 huishoudens in tenten verblijven en worden blootgesteld aan barre weersomstandigheden. In totaal zijn meer dan een half miljoen mensen getroffen door de ramp, waaronder 263.000 kinderen die aan verhoogde risico's worden blootgesteld.
Risico op een ernstige gezondheidscrisis
Een maand na de aardbeving in het oosten van het land (op 16 oktober) lopen meer dan 212.000 kinderen het risico op epidemieën omdat ze geen toegang hebben tot water en hygiëne. Door de vernietiging van 132 waterbronnen en het merendeel van de toiletten, is 80 % van de gemeenschappen genoodzaakt om hun behoefte in de open lucht te doen. Het aantal gevallen van acute diarree, uitdroging en huidinfecties neemt snel toe.
Vrouwen en meisjes lopen ook een groter risico op geweld door het gebrek aan veilige sanitaire voorzieningen. Ondanks een lopende noodhulpactie, met onder meer brandstoftankwagens, hygiënekits en tijdelijke voorzieningen, blijven de behoeften aanzienlijk.
We zijn ter plaatse
Onze teams zijn aanwezig in de getroffen gebieden en werken nauw samen met lokale partners en VN-agentschappe. Gezien de urgentie en de naderende winter worden levensreddende acties gepland in de zwaarst getroffen gebieden. In totaal hebben bijna 400.000 mensen, waaronder meer dan 212.000 kinderen, noodhulp nodig. UNICEF heeft al:
- 341.557 kinderen ondersteund, van wie 65% meisjes, via gemeenschapsprogramma’s en vroegtijdig leren;
- 1.050 tijdelijke leerplekken ingericht voor teruggekeerde kinderen;
- In het kader van de respons op de aardbeving in het oosten: toegang tot drinkwater voor 17.200 mensen, 322 noodlatrines en tijdelijke leeromgevingen voor 67.000 kinderen;
- 5.000 pakketten met warme kleding en essentiële benodigdheden uitgedeeld, waarmee bijna 15.000 huishoudens zijn geholpen;
- Meer dan 4.900 mensen psychologische ondersteuning geboden;
- 8.300 kinderen behandeld voor ondervoeding, onder wie 472 met ernstige acute ondervoeding;
- Dagelijks 180.000 liter water vervoerd en systemen voor watervoorziening hersteld;
- Bijna 200 tijdelijke klaslokalen en 32 kindvriendelijke ruimtes ingericht, die al meer dan 19.500 kinderen en begeleiders opvangen.
De humanitaire noden in Afghanistan houden niet alleen verband met gewapende conflicten, maar ook steeds meer met economische onzekerheid, klimaatschokken en zware operationele beperkingen. Hierdoor blijven de vooruitzichten somber.
In 2025 hebben bijna 22,9 miljoen mensen humanitaire hulp nodig, waaronder 12,4 miljoen kinderen. De rechten en vrijheden van vrouwen en meisjes blijven ernstig beperkt en de humanitaire ruimte krimpt door de toenemende obstakels. Daarom herhalen we de urgentie om actie te blijven ondernemen. We moeten onze operaties voort kunnen zetten om in de basisbehoeften van de bevolking te voorzien.
Ook krijgt het land steeds vaker te maken met zware natuurrampen door de verslechterende klimaatcrisis. En dat terwijl het land nauwelijks bijdraagt aan de wereldwijde CO2-uitstoot.