Het Kinderrechtenverdrag is de eerste internationale tekst die kinderen expliciet als rechthebbenden erkent. Alle rechten in het kinderrechtenverdrag zijn met elkaar verbonden, zijn afhankelijk van elkaar en zijn alle even belangrijk. Ze vormen een ondeelbaar geheel.
Principes van het Kinderrechtenverdrag
Het verdrag bestaat uit 54 artikelen en 4 leidende principes:
- het principe van niet-discriminatie (Artikel 2),
- het hoger belang van het kind (Artikel 3),
- het recht op leven, overleven en ontwikkeling (Artikel 6) en
- het recht gehoord te worden en ernstig te worden genomen (Artikel 12).
Het Kinderrechtenverdrag deelt de rechten van het kind ook in vier categorieën in:
- recht op overleving,
- recht op ontwikkeling,
- recht op bescherming,
- recht op participatie.
De laatste categorie is vernieuwend voor de tijd wanneer het verdrag werd geratificeerd (20 november 1989). Het geeft kinderen immers het recht zich te uiten, hun mening te geven en hun visie te geven op alle zaken die hen rechtstreeks aangaan en aanbelangen. Kinderen kunnen hun mening uiten op de manier die ze verkiezen: mondeling, via een tekening, door een tekst te schrijven of op om het even welke andere manier, zolang ze uiteraard anderen niet schaden.
De 54 artikelen in eenvoudige bewoordingen
ART 1. De rechten zijn van toepassing op iedereen onder de 18 jaar.
ART 2. Alle kinderen hebben al deze rechten, om het even wie ze zijn, waar ze vandaan komen, wat hun ouders doen, welke taal ze spreken, wat hun religie of cultuur is, of ze nu een jongen of een meisje zijn, of ze een handicap hebben, rijk of arm zijn. Geen enkel kind mag oneerlijk worden behandeld op om het even welke basis.
ART 3. Alle volwassenen moeten ten allen tijde doen wat het beste is voor kinderen. Als volwassenen beslissingen nemen, moeten ze nadenken welke invloed deze beslissing op kinderen zal hebben.
ART 4. Regeringen moeten alle beschikbare middelen inzetten om alle rechten in het verdrag uit te voeren.
ART 5. Regeringen moeten de rechten en verantwoordelijkheden van families respecteren om hun kinderen te begeleiden zodat ze, als ze opgroeien, hun rechten goed leren te gebruiken.
ART 6. Ieder kind heeft recht op leven, om te overleven en zich te ontwikkelen.
ART 7. Kinderen hebben recht op een naam, en deze moet officieel worden erkend door de regering. Ze hebben het recht op een nationaliteit (om toe te behoren tot een land).
ART 8. Kinderen hebben recht op een identiteit – een officiële registratie van wie ze zijn. Niemand mag hen deze identiteit ontnemen.
ART 9. Kinderen mogen niet gescheiden worden van hun ouders tenzij het voor hun eigen bestwil is. Kinderen waarvan de ouders zijn gescheiden moeten in contact blijven met beide ouders, tenzij dit het kind schade zou berokkenen.
ART 10. Als een kind in een ander land woont dan zijn ouders, heeft het kind het recht samen te zijn met hen op dezelfde plaats.
ART 11. Regeringen moeten ervoor zorgen dat kinderen niet illegaal uit hun land worden gehaald.
ART 12. Kinderen hebben het recht hun mening te geven, dat volwassenen naar hen luisteren en ernstig worden genomen.
ART 13. Kinderen hebben het recht op informatie en om hun mening te delen met anderen, op de manier die ze verkiezen, door te praten, tekenen of schrijven of op om het even welke andere manier, tenzij dit andere mensen schade toebrengt.
ART 14. Kinderen hebben het recht hun eigen religie en overtuigingen te kiezen. Hun ouders moeten hen een leidraad geven over wat goed is en verkeerd, en wat het beste is voor hen.
ART 15. Kinderen hebben het recht hun eigen vrienden te kiezen, zich aan te sluiten bij een groep of er zelf een op te richten, zo lang dit niemand anders schaadt.
ART 16. Kinderen hebben recht op privacy.
ART 17. Kinderen hebben het recht om informatie te krijgen die belangrijk is voor hun welzijn, via de radio, krant, boeken, computers en andere bronnen. Volwassenen moeten ervoor zorgen dat de informatie die ze krijgen niet schadelijk is, en hen helpen de informatie de ze nodig hebben te vinden en begrijpen.
ART 18. Kinderen hebben het recht opgevoed te worden door hun ouder(s) indien mogelijk. Regeringen moeten ouders helpen door diensten te voorzien om hen te ondersteunen, vooral indien beide ouders werken.
ART 19. Regeringen moeten ervoor zorgen dat er goed voor kinderen wordt gezorgd en hen beschermen tegen geweld, misbruik en verwaarlozing door diegene die voor hen zorgt.
ART 20. Kinderen hebben het recht op bijzondere zorg en hulp als ze niet bij hun ouders kunnen wonen.
ART 21. Als kinderen geadopteerd zijn, is de eerste bekommernis wat het beste is voor hen.
ART 22. Kinderen hebben het recht op speciale bescherming en hulp als ze op de vlucht zijn, naast alle andere rechten uit dit verdrag.
ART 23. Kinderen hebben het recht op buitengewoon onderwijs en zorg als ze een handicap hebben, naast alle andere rechten uit dit verdrag, zodat kinderen een behoorlijk leven kunnen leiden.
ART 24. Kinderen hebben het recht op de best mogelijke gezondheidszorg, veilig water om te drinken, voedzame maaltijden, een nette en veilige omgeving, en informatie om hen te helpen gezond te blijven.
ART 25. Kinderen in de pleegzorg of in andere situaties weg van huis, hebben er recht op dat hun leefsituaties regelmatig worden bekeken om te zien of ze het meest geschikt zijn.
ART 26. Regeringen moeten extra budget voorzien voor kinderen uit arme families.
ART 27. Kinderen hebben recht op voedsel, kledij en een veilige plaats om te wonen en dat aan hun fysieke en mentale basisbehoeften wordt voldaan. Regeringen moeten families en kinderen helpen die zich dit niet kunnen veroorloven.
ART 28. Kinderen hebben recht op onderwijs. Discipline op school moet de waardigheid van kinderen respecteren. Basisonderwijs voor kinderen moet gratis zijn. Kinderen moeten aangemoedigd worden naar school te gaan tot de hoogst mogelijke graad.
ART 29. Het onderwijs van kinderen moet hen helpen hun talenten en vaardigheden te gebruiken en ontwikkelen. Het moet hen ook helpen om de rechten van anderen te respecteren, in vrede te leven en het milieu te beschermen.
ART 30. Kinderen hebben het recht op hun eigen cultuur, taal en godsdienst — zelfs als deze niet worden gedeeld door de meerderheid van de mensen in het land waar ze leven.
ART 31. Kinderen hebben het recht te spelen, te rusten en zich te ontspannen en deel te nemen aan culturele en artistieke activiteiten.
ART 32. Kinderen hebben het recht op bescherming tegen werk dat hen schaadt, en schadelijk is voor hun gezondheid en onderwijs. Als ze werken, hebben ze het recht in veiligheid te zijn en eerlijk te worden betaald.
ART 33. Kinderen moeten beschermd worden tegen drugs en tegen drugshandel.
ART 34. Kinderen moeten beschermd worden tegen seksueel misbruik en seksuele uitbuiting.
ART 35. Volwassenen moeten ervoor zorgen dat kinderen niet gekidnapt, verkocht of verhandeld worden.
ART 36. Kinderen hebben het recht op bescherming tegen om het even welke vorm van uitbuiting.
ART 37. Kinderen die de wet breken mogen niet gedood, gefolterd, wreed behandeld worden, voor altijd gevangen worden gezet, of in de gevangens worden geplaatst bij volwassenen. De gevangenis moet de laatste keuze zijn en dit voor de kortst mogelijke tijd. Kinderen in de gevangenis moeten juridische hulp krijgen en contact kunnen houden met hun familie.
ART 38. Kinderen hebben het recht op bescherming tegen oorlog. Kinderen mogen niet gedwongen worden in het leger te gaan of deel te nemen aan de oorlog.
ART 39. Kinderen hebben het recht op hulp als ze zijn gekwetst, verwaarloosd zijn of slecht behandeld zodat ze hun gezondheid en waardigheid kunnen terugvinden.
ART 40. Kinderen hebben het recht op juridische hulp en een eerlijke behandeling in een rechtssysteem dat hun rechten respecteert.
ART 41. Als de wetten van een land een betere bescherming bieden van de kinderrechten dan de artikels in dit verdrag dan gelden deze wetten.
ART 42. Kinderen hebben het recht hun rechten te kennen. Volwassenen moeten deze rechten kennen en kinderen helpen ze aan te leren.
ART 43 tot en met ART 54 leggen uit hoe regeringen en internationale organisaties zoals UNICEF werken om ervoor te zorgen dat de rechten van alle kinderen worden gerespecteerd.