Sinds 1 december 2019 zijn meer dan 500.000 kinderen ontheemd door het intense geweld in het noordwesten van Syrië, waarbij tienduizenden kinderen en hun gezinnen nu in tenten en in de open lucht leven te midden van zeer koud weer en regen.
“We hebben drie dagen gelopen en wonen nu in tenten. Al onze spullen waren doorweekt door de regen en modder”, zegt Nadia*, een onlangs ontheemde moeder uit Saraqeb in Idlib, die nu in het Aleppo-gebied woont. “Ik heb een erg ziek kind dat dringend geopereerd moet worden, maar ik kan het me niet veroorloven. Als mijn kind sterft, kan ik hem alleen maar begraven.”
Sinds het begin van het jaar zijn er 77 kinderen gedood of gewond* geraakt als gevolg van de escalatie van het geweld in het gebied.
“De situatie in het noordwesten is onhoudbaar, zelfs naar Syrische maatstaven”, zegt Henrietta Fore, directeur van UNICEF. “Kinderen en gezinnen zitten gevangen tussen het geweld, de bijtende kou, het gebrek aan voedsel en de wanhopige levensomstandigheden.“
Gisteren nog ontving UNICEF berichten dat de laatste twee operationele ziekenhuizen in het westelijke deel van het gouvernement Aleppo zijn getroffen, waaronder een kraamkliniek en een kinderziekenhuis.
In samenwerking met partners ter plaatse blijft UNICEF levensreddende hulp bieden aan gezinnen in nood, waaronder gezinnen die onlangs ontheemd zijn geraakt.
Deze hulp omvat hygiënekits, veilig drinkwater, warme kleding voor de winter, en screening en behandeling van ondervoeding, evenals onderwijs en psychosociale ondersteuning.
Daarnaast werkt UNICEF samen met partners om vaccins te verstrekken, met name voor kinderen die eerder hun inentingen hebben gemist. UNICEF levert ook de benodigde apparatuur voor het uitvoeren van vaccinatiecampagnes, waaronder de koudeketen om de veiligheid van de vaccins te beschermen.
“Het bloedbad in het noordwesten van Syrië blijft een afschuwelijke tol eisen van kinderen,” zei Fore. “Het is tijd dat de wapens gaan zwijgen en dat het geweld voor eens en altijd ophoudt. De partijen in het conflict moeten de kinderen en de infrastructuur waarvan zij afhankelijk zijn beschermen, gezinnen bijstaan en humanitaire hulpverleners in staat stellen te reageren op de massale behoeften, in overeenstemming met het internationaal humanitair recht”.