UNICEF heeft een recordbedrag 10,3 miljard dollar nodig om meer dan 173 miljoen mensen - waaronder 110 miljoen kinderen - te bereiken die getroffen zijn door humanitaire crises, de aanhoudende gevolgen van de COVID-19-pandemie en de toenemende dreiging van de gevolgen van klimaatverandering.
Meer kinderen dan ooit hebben humanitaire hulp nodig
Dit jaar begon met naar schatting 274 miljoen mensen die humanitaire hulp en bescherming nodig hadden. In de loop van het jaar namen deze noden aanzienlijk toe, grotendeels als gevolg van conflicten, waaronder de oorlog in Oekraïne, toenemende voedselonzekerheid, dreigende hongersnood als gevolg van klimaatverandering en de verwoestende overstromingen in Pakistan. In de hele wereld vormen de weer opkomende uitbraken van ziekten, zoals cholera en mazelen die een extra gevaar vormen voor kinderen in noodsituaties.
COVID-19 maakt de situatie nog complexer
De aanhoudende gevolgen van de COVID-19-pandemie en de wereldwijde economische ontwrichting en instabiliteit, waaronder de inflatie en de stijgende voedsel- en brandstofprijzen, hebben een verwoestende impact op het leven en het welzijn van miljoenen kinderen.
Klimaatverandering en milieuvervuiling bedreigen onze toekomst
Klimaatverandering verergert de omvang en intensiteit van noodsituaties. De afgelopen tien jaar waren de warmste ooit gemeten en het aantal klimaatgerelateerde rampen is in de afgelopen dertig jaar verdrievoudigd. Vandaag leven meer dan 400 miljoen kinderen in gebieden met een hoge of zeer hoge waterkwetsbaarheid.
Meer kinderen op de vlucht dan ooit tevoren
Tegelijkertijd steekt een recordaantal kinderen de grens over, met familie of alleen. In totaal zijn wereldwijd bijna 37 miljoen kinderen ontheemd als gevolg van opeenvolgende crises. Zo’n hoog aantal ontheemde kinderen is sinds de Tweede Wereldoorlog niet voorgekomen.
UNICEF is 24 uur op 24 op rampen voorbereid. Op verschillende plaatsen in de wereld staan UNICEF-pakhuizen met hulpgoederen die we direct kunnen leveren in geval van nood.
We zijn ter plaatse voor, tijdens en na een ramp
Omdat we aanwezig zijn in 189 landen, zitten we in een unieke positie om snel te reageren als zich een noodsituatie voordoet. Doordat we al ter plaatse zijn kunnen we kinderen en families meteen bijstaan met levensreddende hulp, zoals water, voeding, gezondheidszorg, bescherming en onderwijs. Ook zorgt onze langdurige aanwezigheid ervoor dat we heel wat kennis en ervaring hebben over het land, de bevolking en de cultuur, en een stevig netwerk van lokale partners.
We stellen een noodplan op
We staan de lokale autoriteiten bij om een noodplan op te stellen. Experts stellen de ernst van de situatie vast, identificeren de noden van de bevolking en bekijken op welke manier het getroffen gebied toegankelijk is om zo snel mogelijk levensreddend materiaal ter plaatse te brengen. UNICEF is in een noodsituaties steeds verantwoordelijk om de acties van alle organisaties en NGO’s op het terrein in goede banen te leiden op vlak van drinkwater, sanitaire voorzieningen, hygiëne, onderwijs en de bescherming van kinderen en een goede coördinatie te verzekeren.
We leveren noodmateriaal in minder dan 72 uur
Dankzij de efficiëntie van de logistieke afdeling van UNICEF kunnen we heel snel levensreddend materiaal sturen, overal ter wereld. Het grootste depot bevindt zich in Kopenhagen, met een opslagruimte van 20.000 m². In Dubai en Panama bevinden zich transitcentra. Ook hebben we een pool van specialisten die direct inzetbaar zijn en gemobiliseerd kunnen worden om hulp te bieden.
We leveren direct hulp ter plaatse
Onze teams komen pijlsnel in actie en zorgen ervoor dat kinderen voeding, veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen hebben. We vaccineren hen om ze te beschermen tegen dodelijke epidemieën en geven hen de mogelijkheid om zo snel mogelijk terug naar school te gaan in een veilige omgeving zodat ze hun dagelijkse routine zoveel mogelijk kunnen aanhouden, onontbeerlijk tijdens de traumatische gebeurtenissen. Ook bieden we hen bescherming tegen uitbuiting en geweld en geven we ze psychologische ondersteuning om hun trauma’s te kunnen verwerken.
We starten zo snel als mogelijk de heropbouw en nemen voorbereidingen op de toekomst
We helpen getroffen gemeenschappen zo snel mogelijk te herstellen en een stevige basis te leggen voor de toekomst, onder het motto ‘building back better’. De heropbouw van van basisinfrastructuur gebeurt bijvoorbeeld steeds met stevigere, meer duurzame en ecologische materialen, die bestand zijn tegen cyclonen en aardbevingen.
Door de grenzen tussen humanitaire noodhulp en duurzame ontwikkelingshulp op te heffen, heeft UNICEF systemen uitgebouwd die ondersteuning bieden aan kinderen en families voor, tijdens en na het uitbreken van een crisis. Dankzij deze steun zijn de gemeenschappen beter voorbereid op toekomstige noodsituaties en zorgen we ervoor dat de impact van de ramp hen er niet van weerhoudt een gezonde en gelukkige toekomst tegemoet te gaan.
Voorbereiden op de toekomst betekent ook dat we ervoor zorgen dat kinderen geen onderwijs missen. Dit houdt ook in dat we kinderen overlevingsmechanismen aanleren. We zorgen voor kindvriendelijke ruimtes, bouwen tijdelijke leercentra en zorgen ervoor dat kinderen zo snel mogelijk terug naar school kunnen.
Ook leiden we leerkrachten en begeleiders op om de kinderen bijvoorbeeld te leren zwemmen, zodat ze zich kunnen redden bij overstromingen, hoe ze moeten schuilen bij een aardbeving of cycloon, hoe ze landmijnen kunnen herkennen, hoe ziekten worden overgedragen,....
Omgaan met noodsituaties zit in ons DNA en is een stuk van onze geschiedenis. UNICEF – het United Nations International Children’s Emergency Fund - werd immers opgericht daags na de Tweede Wereldoorlog, om humanitaire hulp te bieden aan kinderen in Europa die het slachtoffer waren van de oorlog, en om de samenleving weer op te bouwen. In 1953 werd ons mandaat uitgebreid en komen we op voor de rechten van alle kinderen in meer dan 190 landen, maar in een wereld waar er steeds meer conflicten en rampen zijn, maakt de hulpverlening in noodsituaties nog steeds een groot deel uit van ons werk.